http://n2t.net/ark:/46860/1429
Afkomstig uit dataset Haags Historisch Museum van organisatie Haags Historisch Museum
Bij haar oprichting in augustus 1767 omschreef de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen verschillende manieren om drenkelingen op een menselijke manier te redden. Het inblazen van tabaksrook in de ingewanden van de drenkeling werd als meest geschikte methode beschouwd. Dit was een eeuwenoude techniek die vooral gebruikt werd bij verstopte darmen. Via een pijp of buis werd tabaksrook met de mond in de anus van de patiënt geblazen. Dit prikkelde de darmen en had daarmee een zuiverende werking. Nu hoopte men met het stimuleren en verwarmen van de ingewanden door tabaksrook ook drenkelingen weer bij bewustzijn te brengen. Hiervoor kon gebruik gemaakt worden van het hiernaast getoonde apparaat: een tabaksrookklisteer. Deze machine, bestaande uit een houten bus en slang, had tot voordeel dat er meer en warmere rook in de darmen terechtkwam. Later werd hieraan nog een blaasbalg toegevoegd, zodat de tabaksrook niet meer met de mond ingeblazen hoefde te worden. Aan het eind van de 18de eeuw ontstond kritiek op het gebruik van de tabaksrook. Geleerden betwijfelden of het inblazen hiervan het herstel van het ademhalingssysteem niet juist belemmerde. Het bestuur van de Maatschappij nam de kritiek in haar adviezen mee. Zo werd het gebruik van de tabaksrookklisteer in de bekendmakingen van 1779, 1796 en 1803 niet langer aanbevolen als de beste manier om een drenkeling te redden. Tot op heden stelt de Stichting Maatschappij tot Redding van Drenkelingen zich tot doel ‘alles te bevorderen dat kan strekken ter voorkoming van verdrinking, en tot ontwikkeling van het reddingwezen voorzover dit op het redden van drenkelingen in de ruimste zin betrekking heeft.’, Deze tabaksrookklisteer is vervaardigd in 1779 op voorstel van hendrik Damen volgens een door de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen beschreven model. Hierbij wordt tabaksrook rectaal bij drenkelingen ingeblazen, in de hoop hiermede de levensgeesten te wekken. Bij dit instrumentarium behoort ook een buisvormig toestel voor mond-op-mondbeademing, dat nog steeds zeer modern aandoet. Op de afbeelding zien wij rechts de ruimte waarin de tabak brandend gehouden wordt door het aanblazen op een mondstuk of door een blaasbalg, eveneens tot de uitrusting behorend. De rook wordt uitgedreven door een lederen slang eindigend in een ivoren canule die in de anus ingebracht wordt. Tussen het apparaat en de kist is het toestel voor mond-op-mondbeademing zichtbaar.